Een koninklijk paleis én eeuwenlang de verblijfplek van de heersers van Sevilla. Gelegen in het historische centrum. In het Alcázar zetelden eerst de (islamitische) Moren, later namen de Christenen er hun intrek. Dit gebeurde nadat ze de Moren hadden verslagen. Het paleis dat je tegenwoordig ziet, stamt uit de veertiende eeuw. Het werd vrijwel helemaal door de Christenen herbouwd. Wel zie je er duidelijk (islamitische) mudéjar-elementen in terug. Met mudéjar worden de moslims bedoeld die, na de nederlaag tegen de Christenen, toch in Sevilla achterbleven. Ook bijzonder: de Moorse kunstwerken in het Alcázar. Deze kunstwerken werden gelukkig niet door de Christenen vernietigd. Verder zijn de uitgestrekte tuinen van het Alcázar bijzonder. Je vindt er exotische planten, watervallen en heel veel meer. Overigens staat het Alcázar, net als het Archivo General de Indias en de Catedral de Santa Maria de la Sede, op de werelderfgoedlijst van UNESCO. Een aantal appartementen in het Alcázar is van de Spaanse Koninklijke familie. Hier mag je niet komen.